Column McThoth

Column: Waar gebeurd!!!

McThoth: Er is meer tussen hemel en aarde dan dat de naïeve golfer vermoedt, Horatio!

Waar je medespelers stilzwijgend de andere kant op kijken en zich geen houding weten te geven is het schater-uitlachen van de eenden altijd daar als ook je Mulligan in het water verdwijnt.

Voor de duidelijkheid eerst even een situatieschets, ik ben een krakkemikkige grijsaard en heb eigenlijk 2 hobby’s. De eerste is golf in al zijn hoedanigheden en de tweede is, serieus waar, legpuzzels. Ontspannen alle stukkies op tafel leggen, eerst alles omleggen dan de kant eerst afmaken, een koppie thee erbij en dan bij voorkeur 3 of 4 speculaasjes, hoe saai maar daar gaat deze vreselijke gebeurtenis gelukkig niet over.

Op deze winterdag kwamen er via Whatsapp foto’s binnen van vrienden die overwinteren in Spanje en Thailand. Golfverhalen, prachtige foto’s van glooiende fairways en goede scores zorgen er dan ook voor dat je zelf ook enorm veel zin krijgt om te gaan golfen.

Maar ‘onze’ baan staat bekend om zijn goede bespeelbaarheid in de zomer en vreselijk slechte bespeelbaarheid in de winter. Maar we spelen er al jaren en kiezen er zelf voor, dus geen kwaad woord daarover. Geen woord dus over de ondeugdelijke drainage, de verdichte klei-ondergrond, het niet prikken en bezanden etc. Wel is de hoop gevestigd op de nieuwe eigenaar die de baan kort geleden heeft overgenomen en ook een specialist is in baanonderhoud.

Het weer was slecht, bar slecht! En het was koud, erg koud, ijswaterkoud en de wind was genadeloos. Maar daar kan je je op kleden toch, is dat vreselijke cliché. Tegen de verwachting in was de baan open en bij de receptie noemde ze ons, mijn vaste speelpartner en ik, al ‘extreme bikkels’. De voorspelling gaf ook veel, heel veel regen aan. Maar dan zeggen we quasi onverschillig en met een Amsterdams accent: “We zijn toch niet van suiker”. Alle reserveringen waren al afgezegd en de baan was dus helemaal leeg maar dus ook helemaal voor onszelf. Er werd al aangegeven dat de baan ook erg nat was maar de nieuwe exploitant heeft de visie om de baan en de zomergreens zo lang mogelijk open te houden.

De baan was met trolleys gewoon onbegaanbaar, daarom stonden we klaar op hole 1 met draagtassen, muts over de oren, sjaal, windbreaker over 2 truien en thermo-ondergoed en wintergolfschoenen en regenkleding gereed in de draagtas. Al bij de eerste hole ontstond er twijfel over onze idiote keuze om toch de baan in te gaan maar net als bij een onoverkomelijke achterstand bij een matchplay-wedstrijd wilden we onze zeker niet voor elkaar leren kennen. De prut was nog vele malen erger dan we ons hadden voorgesteld en ook die enorme donkere wolken die ongetwijfeld onze kant op kwamen weerhield ons niet om als mietjes af te druipen. Met golf had het eigenlijk niks meer te maken. Ballen kwijt in de prut op de fairway, enkels die alleen met een uiterste krachtinspanning uit de zuigende blubber getrokken konden worden en mijn speelpartner had op de vijfde hole al mijn hulp nodig om zijn been dat tot ver over de knie vastzat in de prut weer los te kunnen trekken. Maar ja we stonden wel gelijk in onze matchplay wedstrijd. Toegeven aan de ijselijke en verkleumende kou doe je gewoon niet en ondanks de enorm dreigende zwarte wolken die nu wel heel dichtbij waren, kwam het niet in ons op om deze 9 holes af te breken. Opgeven is namelijk ook verliezen en dat gebeurt niet, over mijn lijk! Hole 6 van de gele lus is een lange en rechte par 4, halverwege de fairway en ieder zo’n 5 slagen verder barstte de donkere wolk los. Het bleek geen zware regenbui maar een keiharde hagelbui en de prut werd bedekt met een lieflijke witte laag. Op het moment dat de hagelstenen qua grootte ongeveer gelijk waren aan onze golfballen besloot mijn speelpartner het op te geven. Ik ga hier rechtsaf, loop terug via hole 1 en bestel een Irish koffie maar het kunnen er ook twee zijn. Ik zei nog: “Dat buitje is net muggepis en ik loog dat het verderop al wat lichter werd. Maar hij was niet meer te vermurwen. Ook hem als lafaard bestempelen bracht daar geen verandering in en zelfs niet het verlies van de partij. Maar dat betekende ook dat ik alleen verder moest. Hole 7 is een korte par 3 met rechts water, de tee was onbegaanbaar en die verraderlijke prut beangstigde mij. Opteeën op het pad achter de tee bleek nog de enige mogelijkheid om niet in de prut weg te zakken. De eerste bal verdween in het water. Waar je medespelers stilzwijgend de andere kant op kijken en zich geen houding weten te geven is het schater-uitlachen van de eenden altijd daar als ook je Mulligan in het water verdwijnt. Maar verrassend genoeg sloeg ik hem daarna in één keer op of net naast de green hetgeen door de witte bovenlaag niet te zien was.

Nu is het wel heel cool om naar de green te lopen, dit keer eigenlijk meer te baggeren dan lopen, en je tas halverwege links bij de bomen neer te zetten al richting de tee van hole 8, hup de putter eruit en quasi nonchalant als begenadigde golfer met trotse tred richting green. De keiharde hagelbui was bijna gestopt maar trotse tred was er niet, het was hemeltergend koud, ik was zeiknat en voelde me een zo ongelofelijk domme masochist.

Maar ja, bij de green aangekomen waren daar ook, als minieme troost, mijn vriendjes de behagelde Canadese Ganzen die normaliter gezellig de hele green onderschijten. Dit keer stonden ze verkleumd bij elkaar op zoek naar de minimale lichaamswarmte van elkaar. Het lopen naar de green duurde alleen veel langer dan gewoonlijk en de omgeving van de green werd ineens wat lichter, het beeld vervaagde en werd als een surrealistisch schilderij. Ook de wolken werden lichter, ze leken te schijnen. De witte green van de hagel danste voor mijn ogen en het putten leek op een film, was dit nu een birdie? Ik liep in ieder geval vergenoegd terug naar mijn tas alwaar plots mijn rechtervoet wegzakte in de prut, heel diep. Met mijn linkervoet probeerde ik af te zetten om los te komen maar daar verloor ik mijn linker golfschoen mee. De prut omsloot mij steeds verder en plots werd ik behoorlijk bang. Trekkebenend probeerde ik mij los te werken maar het werkte averechts. Ik zakte steeds dieper weg en kwam niet los. Ik had het al superkoud maar nu verloor ik ook door de koude ondergrond bijna al het gevoel in mijn onderbenen. Een visioen van volledig door ijs omsloten te zijn diep in een eeuwenoude gletsjer ontbrak niet. Ik probeerde met mijn armen zoveel mogelijk los te komen maar ondertussen zat ik al tot voorbij mijn middel in de prut. Ik begon te schreeuwen maar ik was nu alleen op de baan en te ver van het clubhuis om gehoord te worden. Mijn telefoon zat in mijn draagtas en was dus onbereikbaar. Paniek !!!

Zwaar onderkoeld dacht ik nog dat er misschien greenkeepers langs kunnen komen maar ik besefte ook dat geen enkele greenkeeper in deze weersomstandigheden zich op de baan zou wagen. Het werd nog kouder en donker, hagel en regen loste elkaar af. Hier en daar schaterlachte er nog enkele eenden die zich niet bekommerde om mijn hachelijke situatie. In de verte zag ik het licht van het clubhuis doven en besefte dat ik wellicht in deze positie moest overnachten, nooit had ik gedacht dat ik op deze wijze om het leven zou komen. Mijn Canadese vrienden kwamen wel dichterbij en lieten de green met rust maar bleken er een duivels genoegen in te hebben om net buiten het bereik van mij en mijn putter zich volledig te laten gaan. In die stank weet je ineens wie je echte vrienden zijn. Ik had ze toch niets misdaan. Ze zouden het toch moeten weten dat het mijn speelpartner was die enkele weken daarvoor een van die niet nu meer vrienden had geraakt met een keiharde lage schuiver met een driver vanaf de tee, ik was het dus niet! Ik had me nog bekommerd om die stervende pechvogel maar kreeg nu dus stank voor dank.

In de avonduren, met een gevoelloos lichaam verdween de verstikkende angst en maakte plaats voor de berusting dat ik het niet zou redden. In de verte klonk een ooohooeooooeee! Een huilend geluid zoals alleen wolven dat kunnen maken. Het leek dichterbij te komen en grommende geluiden sloten zich erbij aan. De kou voelde ik niet meer, al het gevoel was uit mijn lichaam verdwenen en versteend radeloos keek ik de donkere nacht in. Gewapend met mijn putter die ik nauwelijks meer kon vasthouden ging ik op zoek naar die grommende geluiden. Ik meende een troep wolven in donkere verte te onderscheiden. Ik dacht nog dat kan hier niet, ze zouden bij die andere overgenomen baan moeten zijn daar op de Veluwe. Maar ook die wolven hielden zich dus niet aan hun vastomlijnde territorium. Het grommen werd erger en nu was duidelijk te zien dat er meer dan 8 grommende wolven dichterbij kwamen waarbij zelfs hun glimmende tanden waar het slijm vanaf droop zichtbaar werd. Ik probeerde nog quasi jolig: “Jongens, moeten jullie mij hebben, ga toch lekker een end heen, pak een schijtende gans daar zullen de golfers blij om zijn en pas maar op want de eerste die dichterbij komt sla ik zijn tanden uit z’n bek met deze Ping putter. Een wolvenkenner zou op deze opmerking reageren door te zeggen dat in een troep wolven, de jonge mannetjes die zich nog moeten bewijzen een dergelijk dreigement naast zich neerleggen en met deze bewijsdrang dan ook graag de eerste verscheurende hap toebrengen. Ook hoorde ik nu grommen achter mijn rug en ik begon angstig te schreeuwen en wild om me heen te slaan met mijn putter. Het leek alsof een wolf mij in mijn nekvel had gegrepen en wild heen en weer schudde. Dat heen en weer schudden maakte me ineens wakker. En toen ik me ogen open deed keek ik verward mijn vrouw aan die me had wakker gemaakt. Ze zei nog doodleuk: “Was je weer op de golfbaan lekker aan het spelen”? Ze draaide zich en sliep verder. Ik bleef nog lang verstijfd liggen.

De volgende ochtend heb ik met een smoes over pijn in mijn nek mijn speelpartner verteld dat ik niet kon spelen. Vanwege het slechte weer zeker vroeg hij nog wat ik natuurlijk ontkende.

Ik schoot ook al aardig op met mijn puzzel, de kant was al af en ik genoot van de thee en speculaas.

McThoth

Translate »